De relatie tussen kosten en prijs van een nieuw geneesmiddel

Er is veel discussie en onduidelijkheid over de prijs van een geneesmiddel en vooral hoe die opgebouwd is. Voor generieke pillen zal dat vooral bepaald worden door de kosten van productie maar voor nieuwe geneesmiddelen waar een patent op rust is die prijs eerder een afspiegeling van de kosten die gemaakt zijn om zo’n product op de markt te krijgen en de grootte van de afzetmarkt. Hoe hoog zijn die kosten voor Research & Development (R&D) eigenlijk en wat is de verhouding daarvan tot de absolute hoogte van de prijs? 

Ontwikkelingskosten

Er zijn diverse studies die geprobeerd hebben de kosten per goedgekeurd geneesmiddel in kaart te brengen. Dit is geen eenvoudige exercitie omdat er vele factoren een rol spelen. Zo kosten langlopende clinical trials al gauw vele tienduizenden euro per patiënt en dan heb je de interne kosten voor het bedrijf nog niet eens meegerekend. Daarnaast zijn er investeringen in productiefaciliteiten voor bijvoorbeeld nieuwe biologische middelen, die moeten voldoen aan de strenge Good Manufacturing Practice regels van de FDA. Ook een factor is de cost of capital: Had het geld voor onderzoek voor nieuwe pillen niet meer opgebracht gedurende de jarenlange ontwikkeling als het elders was geïnvesteerd? Daartegenover staat dat vele farmaceutische bedrijven belastingvoordelen krijgen in landen waar ze dergelijke R&D investeringen doen. Maar de meest vergeten kostenpost is die van de mislukte projecten. Van elke tien geneesmiddelen die voor het eerst worden getest bij mensen vallen er negen af, vaak in de laatste, zeer kostbare fase van klinisch onderzoek wegens gebrek aan effectiviteit of veiligheidsrisico’s. Door alleen te kijken naar het goedgekeurde middel en vervolgens terug te rekenen wat de ontwikkeling daarvan gekost heeft, krijg je dus geen goed beeld van de totale kosten van een R&D afdeling in een bedrijf.

Schattingen

De schattingen die gemaakt zijn over R&D kosten variëren van $50 miljoen (Light & Lexchin, BMJ 2012), tussen $50 miljoen en $186 miljoen (Artsen zonder Grenzen), $2,7 miljard (Tufts 2014) en tussen $3 en $12 miljard (Forbes). Een bizarre bandbreedte die een reflectie is van de assumpties in de berekeningen en wellicht ook oneigenlijke belangen. Farmaceuten hebben er uiteraard belang bij de getallen zo hoog mogelijk te doen zijn en vele zorgaanbieders of verzekeraars niet. De huis-tuin-keuken calculatie uit het artikel van Forbes vind ik nog steeds vrij overtuigend: deel de kosten voor R&D zoals die in de jaarverslagen van bedrijven staan door het aantal goedgekeurde geneesmiddelen van zo’n bedrijf in een bepaalde periode. En dan kom je eerder boven de twee miljard per pil uit dan lager.

Transparantie

De samenleving, verzekeraars en politiek eisen vaak transparantie over de daadwerkelijk gemaakte ontwikkelingskosten van een middel voordat men collectieve vergoeding acceptabel acht. Uit bovenstaande moge blijken dat zo’n exercitie per geneesmiddel gedoemd is te mislukken. Daar komt bij dat succesvolle nieuwe registraties ook een afspiegeling kunnen zijn van de efficiëntie van een bedrijfsproces. Waarom zou de samenleving extra betalen voor pillen van bedrijven die veel te hoge en onnodige kosten gemaakt hebben? En hoe beoordeel je dat?

Redelijk

Wat is dan een redelijke prijs? Dit is een moeilijke vraag waar het antwoord meer moet liggen in de richting van wat we als samenleving ervoor over hebben dan de gemaakte ontwikkelings- en (of) productiekosten. Die verklaren wel dat de prijs relatief hoog is maar zeggen weinig over de redelijkheid van de absolute hoogte. Dat is al helemaal duidelijk bij de weesgeneesmiddelen waar de ontwikkelingskosten waarschijnlijk relatief laag zijn, maar door de lage “afzetmarkt” astronomische prijzen berekend (moeten?) worden. De toegevoegde waarde van een nieuw middel is dus de belangrijkste determinant van de prijs. Er zijn economische modellen die de extra kosten voor toegenomen effectiviteit berekenen en die vormen de basis voor maatschappelijke discussies over vergoeding. Gelukkig neemt de prijs na afloop van het patent exponentieel af, als er tenminste fabrikanten bereid zijn generieke versies naar de markt te brengen. Die tijdelijk hoge prijs is misschien de tol die we moeten betalen om innovatie bij patiënten te brengen. Ondertussen moeten we natuurlijk wel fors onderhandelen met de farmaceuten. Uiteindelijk bepalen we gezamenlijk als samenleving wat wij “redelijk” vinden en daarbij spelen vele belangen een rol.

(352 keer gelezen)

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


*